Is een school die zich richt op hoogbegaafde kinderen aangewezen voor deze kinderen?
Dat kan, maar is niet automatisch de beste keuze. Een school voor hoogbegaafden biedt vaak veel cognitieve uitdaging, maar houdt niet altijd rekening met de de bijkomende noden van het autisme. Belangrijk is dat de school beide aspecten begrijpt en ondersteunt, omdat het een én-én verhaal is. De juiste ondersteuning kan zowel in het reguliere als het buitengewone of speciale onderwijs gegeven worden. Open-communicatie en echt kijken naar het kind dat het schooltraject een succes wordt.
Is buitengewoon of speciaal onderwijs niet beter voor deze kinderen vanwege hun autisme?
Niet per se. De keuze voor onderwijs hangt af van de noden van het kind, niet alleen van het label. Sommige kinderen bloeien op in regulier onderwijs met passende ondersteuning, anderen hebben baat bij de structuur van buitengewoon onderwijs. Het gaat altijd om een individuele afweging samen met het kind, ouders en school.
Het gaat op school goed, maar thuis is er veel spanning. Wat nu?
Bij hoogbegaafde kinderen met autisme komt het vaak voor dat ze op school veel energie steken in het volgen van lessen, het omgaan met prikkels en het afstemmen op anderen. Ze doen vaak erg hun best om zich aan te passen en alles “goed” te laten verlopen. Dat kost echter veel energie.
Thuis, in de veilige omgeving, laten kinderen deze opgebouwde spanning los. Dit kan zich uiten in vermoeidheid, boosheid of overprikkeling. Het betekent niet dat het thuis misgaat, maar juist dat uw kind zich veilig genoeg voelt om de spanning te ontladen.
Door dit patroon te herkennen, kunnen we samen zoeken naar manieren om de belasting overdag te verlagen en uw kind ook thuis meer rust en balans te geven.
Moet een kind dat cognitief voorloopt maar sociaal moeite heeft, versneld worden?
Versnellen is geen standaardoplossing. Het kan voor sommige kinderen helpend zijn om beter aan te sluiten bij hun cognitieve niveau, maar bij anderen kan de sociale ontwikkeling hierdoor extra onder druk komen te staan. Het gaat dus om de afweging: wat heeft dit kind op dit moment het meest nodig? Soms betekent dat versnellen met extra sociale ondersteuning, soms juist meer uitdaging binnen de huidige groep. De beslissing maken we altijd in overleg en afgestemd op het individuele kind.