Waarom herken je het autisme niet bij je hoogbegaafde kind?

Waarom herken je het autisme niet bij je hoogbegaafde kind?

11 april 2019 • Blog •

Deze week fietste ik in het zonnetje met mijn dochter naar school. We hadden heel wat te ontdekken: de echte groene kleur van die mooie nieuwe blaadjes, de schoonheid van de zon, .... Onze trip verliep snel. Dus met een 'maak er een fijne dag' van, nam ik al snel afscheid en keerde ik terug naar huis. Onderweg kwam ik een vrouw tegen.

Je weet wel zo'n vrouw die je in alle sociaal geëngageerde organisaties aantreft, die bij heel wat benefitefeestjes betrokken is en die gekend staat als een pracht van een leerkracht. Ze geeft een niet zo geliefd vak in een beroepsrichting. Maar toch hoor je langs alle kanten wat een prachtleerkracht het is. Of neen, wat een prachtvrouw het is. Zo eentje die de dag van de toetsen niet gaat slapen voor ze de punten op smartschool heeft gezet, zo eentje die het opneemt voor haar leerlingen tegen andere leerkrachten, of zo eentje die makkelijk haar les kan opzij schuiven als ze merkt dat haar leerlingen nood hebben aan een goede babbel. Het lijkt haar allemaal van zelf te gaan en ze wordt door al haar leerlingen op handen gedragen. (en dat weet ik van zeer goed ingelichte bron ;-))

Deze vrouw sprak me dus deze week aan, want ik wist veel over autisme. Is het mogelijk dat je autisme pas herkent bij iemand van 14 jaar? Dat je daarvoor nooit iets hebt gemerkt? Kan het zijn dat een hoogbegaafd kind überhaupt autisme heeft? Wat moest ze doen? Zoveel vragen, zoveel onrust, zoveel angst zag ik bij deze vrouw.

Stilletjes kreeg ik haar verhaal. Het ging niet over een leerling, het zat dieper. Het zat vlak op haar vel, het ging over haar zoon. Ja, haar zoon. Het werd even stil, heel stil. Precies of de woorden te zwaar waren om in de lucht te blijven hangen. Als een baksteen vielen ze uit de mond van deze mama. Plots leek het of met deze woorden de geëngageerde, sterke vrouw verdween. Plots stond er een heel onzekere mama voor mij, eentje die bevestiging vroeg voor haar zoon. Want oh ja, het is mogelijk dat een hoogbegaafd kind pas na lange tijd een diagnose autisme krijgt. Dat is perfect mogelijk.

Deze woorden gaven deze mama zekerheid, maar gaven haar ook een heel slecht gevoel. Was ze wel een goede mama? Hoe kan ze dat nu niet herkend hebben bij haar eigen kind? In heel haar loopbaan als leerkracht had ze zoveel kinderen met autisme gezien. Meerdere keren had ze aan ouders aangegeven dat het misschien handig zou zijn om hun kind te laten testen. En nu zou haar eigen zoon autisme hebben en heeft ze het niet herkend. De jongen is ondertussen 14 jaar. Hoe is dit mogelijk?

Dit verhaal hoor ik meerdere malen en meestal met hoogbegaafde kinderen.

Hoewel ik reeds heel wat artikels heb geschreven over de misdiagnose, komen hoogbegaafdheid en autisme wel degelijk samen voor. Maar hoe komt het dat ouders dit autisme zo vaak niet herkennen. Hier 2 mogelijke antwoorden:

Aanvaarden van je kind

Ouder-zijn is iets speciaals, iets heel speciaals. Vanaf dag 1 zie je je kind graag en wil je alles voor dit kleine wezentje doen. Vanaf dag 1 leer je dit kleine wezentje kennen. Je kent zijn kleine kantjes, zijn lievelingseten en zijn lievelingsknuffel.

En soms herken je wel kleine kantjes, maar horen die niet gewoon bij je kind? Je weet al lang dat hij graag steeds op zijn plaats zit, dat hij 's avonds liefst eerst een knuffel krijgt en dat er dan pas slaapwel mag gezegd worden. Of zijn spel met lego, wat voor jou als ouder niet altijd te volgen is, maar voor hem logisch is.

Je bekijkt je kind als een uniek persoontje met zijn kantjes als deel van hem. Je stelt je hier geen vragen bij, want het hoort gewoon bij je kind.

Dat is het mooie aan ouder zijn. Je hebt je kind door de jaren zo leren kennen, je hebt je ongemerkt aangepast aan zijn gewoontes. Je kent als het ware zijn handleiding uit je hoofd. Af en toe sputtert er wel wat, maar waar is dat niet?

Als ouder aanvaard je je kind zoals het is.

Hoogbegaafdheid versus autisme 

Hoogbegaafdheid is een heel raar iets. Het maakt dat dit kind snel is in het leggen van verbanden, goed is in informatie op te pikken en snel de kleine regeltjes doorheeft. Net hier ligt de valkuil van het hoogbegaafd zijn bij kinderen met autisme.

Gedurende de lagere school krijgen kinderen in de klas heel wat structuur mee. De agenda wordt ingeschreven, je hebt maar 1 juf, je zit steeds in hetzelfde lokaal en alles verloopt steeds hetzelfde. Dit is goed inschatbaar en behapbaar voor een hoogbegaafd kind met autisme. Het krijgt genoeg ondersteuning om zijn autisme de baas te kunnen, omdat het zelf heel wat kan compenseren.

De eerste aanwijzingen van autisme doen zich voor vanaf het eerste middelbaar. De leerstof wordt uitgebreider, het aantal leerkrachten neemt toe en er wordt meer zelfstandigheid verwacht van jongeren. Hoogbegaafde kinderen met autisme beginnen hier door de mand te vallen. Hun hoogbegaafdheid is niet langer in staat om alles te compenseren. Waar ze vroeger slechts moesten leren omgaan met de gebruiken van 1 leerkracht, zijn het er nu 10. Waar ze vroeger alles gewoon in de les konden oppikken omwille van de beperkte moeilijkheidsgraad, moeten ze nu meer leerstof thuis verwerken. Maar ook moeten ze leren omgaan met nieuwe kinderen in de klas. Jarenlang wist hij wie de andere leerlingen waren en hoe hij met ze moest omgaan (en omgekeerd was dat ook van tel), maar plots waren er 24 nieuwe gezichten, 24 nieuwe karakters.

In dit eerste middelbaar vertonen zich de eerste duidelijke kenmerken van autisme. De stress voor dit kind wordt groter en groter. Overdag moet het alerter zijn voor het gedrag van anderen. Een hele dag lang moet het de nieuwe regels cognitief leren kennen en verwerken. Maar ook moet het 's avonds studeren en werken voor school. Momenten die het vroeger kon gebruiken om energie op te doen, om de dag te verwerken, om de dag te begrijpen.

Deze stress tekent zich meer en meer af binnen het gedrag van je kind. Het kan niet langer alle effecten van autisme camoufleren. Rituelen beginnen meer tot uiting te komen, sociale contacten verlopen moeilijker, angstaanvallen steken de kop op.

De overstap van het lager naar het middelbaar brengt een heel storm teweeg bij deze kinderen. Een storm die voor hen onbeheersbaar wordt. Deze overstap maakt dat je als ouder plots een heel andere kant van je kind leert kennen, en kant die je voorheen niet bedacht had.

Dit kan een moeilijk moment zijn voor jou als ouder. Je stelt je 101 praktische vragen: Hoe gaat dit verder moeten? Gaat mijn kind wel een toekomst hebben? Wat kan er gedaan worden voor hem? Maar daarnaast zijn er ook de emotionele vragen. Ken ik mijn kind voldoende? Heb ik in het verleden verkeerd gedaan? Had ik alerter moeten zijn voor alle kleine aanwijzingen die nu zo logisch lijken?

Vele ouders voelen zich schuldig en verantwoordelijk. Vele ouders slapen slecht door deze ontdekking. Vele ouders hebben tijd nodig om dit stukje een plaats te geven in hun leven.

Maar het mooie is dat je de liefde ziet bij deze ouders. Na een zeer moeilijke periode van zoeken en zorgen, overwint het ouder-instinct en de band tussen ouder en kind.


Een juiste inschatting van autisme bij hoogbegaafde kinderen is niet makkelijk te maken. Hiervoor is het noodzakelijk om zowel een goede kennis te hebben over autisme en hoogbegaafdheid. Anders bestaat de kans op misdiagnose of een verkeerde begeleiding van je kind. 

Neem een kijkje bij het aanbod voor hoogbegaafdheid & autisme. Of neem snel contact met me op. 

Wil je op de hoogte blijven?

Vul je e-mailadres in & ontvang alle nieuwtjes