Autisme en probleemgedrag
Wat heeft probleemgedrag met autisme te maken? Eigenlijk niets:
autisme maakt kinderen niet agressief of gevaarlijk. Veel vaker zijn
kinderen met autisme zelfs slachtoffer van agressie dan dader. Geen kind
met autisme kiest ervoor om probleemgedrag te stellen. Probleemgedrag
is slechts de zichtbare buitenkant van de emotionele ontregeling die
kinderen met autisme overvalt wanneer zintuiglijke prikkels, verwarrende
informatie of beangstigende ervaringen hun verwerkingsmogelijkheden
overstijgen. Sommige kinderen vallen dan anderen of zichzelf aan of
vernielen huisraad. Anderen geraken in paniek, hyperventileren,
ontwikkelen een depressie of lopen vast in dwangmatig gedrag. Dit
ontregelde gedrag weegt op gezinnen en verzwaart het werk van
leerkrachten en begeleiders. In de eerste plaats bedreigt het echter de
ontwikkeling en het welzijn van het kind zelf. Wie enkel dit
probleemgedrag aanpakt, vergist zich echter van vijand. Probleemgedrag
is vooral een signaal dat de leef- en leeromgeving onvoldoende afgestemd
is op de noden en gevoeligheden van het kind met autisme. Vanuit een
goed inzicht in hoe kinderen met autisme prikkels en informatie
verwerken, kan elk van hun probleemgedragingen begrepen worden als een
volstrekt logische reactie op een slecht afgestemde situatie. Kinderen
met autisme hebben steeds goede redenen om probleemgedrag te stellen.
Ons probleem is dat wij hun redenen niet altijd begrijpen. Daar wil dit
boek iets aan doen. Het eerste deel van dit boek wil het inzicht in
probleemgedrag vergroten: wat is probleemgedrag, welke impact heeft dit
op kind en omgeving, en welke factoren en mechanismen zorgen ervoor dat
probleemgedrag ontstaat en blijft voortbestaan? Het tweede deel reikt
bruikbare handvatten aan om probleemgedrag van kinderen en jongeren met
autisme op een systematische wijze in kaart te brengen en aan te pakken.
De aanpak richt zich steeds op de hele gezins-, klas- of
leefgroepdynamiek en niet enkel op wat het kind met autisme zegt of
doet. In het derde deel komen belangrijke basispatronen zoals angst,
stress, dwang, verzet of agressie aan bod en wordt de onderliggende
dynamiek toegelicht. Wilfried Peeters is psycholoog en werkt bijna 30
jaar in de autismehulpverlening, waarvan het grootste deel in het
expertisecentrum autisme van het UZ Leuven. Door de jaren heen gaf hij
talloze vormingen aan hulpverleners en merkte hij de nood aan een helder
en praktisch bruikbaar handboek om probleemgedrag aan te pakken bij
kinderen en jongeren met autisme. Hij publiceerde hierover verscheidene
artikels in wetenschappelijke tijdschriften. Momenteel werkt hij voor
een mobiel kinderpsychiatrisch team van het UPC KU Leuven (yuneco combi)
en is hij als lector verbonden aan de bachelor-na-bacheloropleiding
autisme van de AP-hogeschool in Antwerpen.
